Gipsy Moth IV: varen op een legende

spot_img

Boottesten kreeg de unieke kans om een paar dagen mee te zeilen met de Gipsy Moth IV, de boot waarmee sir Francis Chichester in 1966-1967 solo rond de wereld zeilde. Plaats van handeling is Cowes, zeilhoofdstad van het Isle of Wight in Groot-Brittannië.

Legendarisch

In Groot-Brittannië is het verhaal van de Gipsy Moth IV legendarisch. Niet lang na Sir Francis Chichester zeilde Sir Robin Knox-Johnston in 1969 in zijn zelfgebouwde Suhaili solo non-stop rond de wereld. Beide verhalen zijn exemplarisch voor de onverzettelijkheid van de Britse zeelieden, want zeker in die tijd gold: ‘Brittannia rules the waves’.

Chichester

De Britse luchtvaartpionier Sir Francis Chichester vloog als jonge piloot in 1931 als eerste van oost naar west over de Tasmanzee. Zijn lichte vliegmachine was een De Haviland Gipsy Moth en Chichester besloot zijn boten in navolging van het vliegtuig Gipsy Moth te noemen. De Gipsy Moth is in het Engels ‘zigeunermotje’ die in goed Nederlands, Plakker heet (Lymantria Dispar). Na de oorlog legde Chichester zich toe op het oceaanzeilen in de Gipsy Moth II en III.

Ongeneeslijk

In 1957 kreeg hij te horen dat hij ongeneeslijk ziek was en longkanker had. Hij werd verpleegd door zijn echtgenote, maar zijn ziekte weerhield hem er niet van om door te gaan met plannen maken voor risicovolle zeiltochten. Toen hij in 1959 nauwelijks meer ziekteverschijnselen merkte, pakte hij het zeilen met hernieuwde energie op. Hij deed in 1960 mee aan de trans-Atlantische zeilrace tussen Plymouth en New York, die hij in zijn Gipsy Moth III won. Ook in 1964 deed hij met dit jacht mee aan een trans-Atlantische zeilrace, ditmaal tussen Plymouth en Newport. Als 62-jarige werd Chichester tweede.

Sir Francis Chichester bij zijn aankomst in Plymouth. Credits: YouTube

Tegen de wind in

Door alles over het oceaanzeilen te lezen raakte hij geïnspireerd door de legendarische thee-clippers, razendsnelle zeilende vrachtboten die tegen de heersende wind in rond de wereld zeilden. De schepen waren gevuld met thee, wol en specerijen uit landen als Australië, Indonesië en Maleisië.  Gemiddeld duurde een passage van Engeland naar deze ‘Oost-Indische’ gebieden 123 dagen. Chichester stelde zich ten doel om deze afstand binnen 100 dagen af te leggen. Hij schreef een boek over de route die de met wol geladen Clippers aflegden vanaf Australië. In 165 gaf hij aan de Camper en Nicholsons jachtwerf in Gosport de opdracht voor de bouw van een mahoniehouten tweemaster, de Gipsy Moth IV naar een ontwerp van Angus Primrose en John Illingworth.

Gipsy Moth IV

Deze kits-getuigde boot kreeg een waterverplaatsing van 11 ton en een zeiloppervlak van 79,3 m2, uit te breiden met een 140m2 spinnaker. Bijzonder is dat de ruim 16 meter lange boot moest worden bestuurd met een helmhout en was uitgerust met twee verschillende zelfstuurinrichtingen. Op een solo tocht over de oceanen kun je niet zonder een zelfstuurinrichting. Een andere Britse luchtmachtofficier, Blondie Hasler had een systeem ontwikkeld dat Chichester in staat stelde om de boot vanuit de kajuit te besturen. Verder was de romp zodanig ontworpen, dat deze na kapseizen zelf-richtend zou moeten zijn. Dat zijn geen zaken die je simpel uitprobeert, dus moest Chichester uitgaan van de theoretische berekeningen van de ontwerpers. Bijzonder aan het ontwerp zijn verder de gebogen kunststof dakluiken, zodat de schipper ook vanuit de kajuit zowel de zeilen als het water voor de boot kon observeren.

Het profiel van de Gypsy Moth IV is zo kenmerkend, dat overal waar de boot verschijnt mensen deze al van verre herkennen. Inmiddels siert ook een afbeelding van de legendarische tweemaster de binnenzijde van het Britse paspoort.

Binnenzijde van het Britse paspoort

Plezierreis

Op 27 augustus 1966 verliet Chichester, 64 jaar oud, de haven van Plymouth voor zijn reis naar Sydney, als eerste (en enige) stop voor zijn zeilreis om de wereld. Hij wist dondersgoed dat deze tocht geen plezierreisje zou worden, maar had toch ook niet verwacht dat hij tijdens zijn reis driemaal bijna zou verongelukken. De eerste keer was toen midden op de oceaan, op 4000 mijl van de bewoonde wereld, zijn zelfstuurinrichting kapotgingen. Chichester moest drie dagen achtereen experimenteren met de stand van de zeilen om de boot in balans te krijgen en met de zeilstand te laten sturen.

Om een aantal bestaande records te breken wilde hij elke dag ongeveer 260 kilometer afleggen, een gemiddelde van meer dan 10 km/u. Uiteindelijk bereikte de ervaren Brit door tal van technische problemen pas na 107 dagen de haven van Sydney. Daar bracht hij noodgedwongen een aantal verbeteringen aan de Gipsy Moth aan. Zo werd de kiel veranderd om de koersstabiliteit te verbeteren en de kans op ‘uit het roer lopen’ te verminderen. Helaas werd de bootstabiliteit door deze aanpassingen echter nauwelijks beter. Het bleef volgens de oude schipper een ‘chagrijnig kreng’.

Kapseizen

Nog voor Chichester vanuit Sydney Kaap Hoorn had gepasseerd, kapseisde de boot bijna helemaal. Chichester berekende dat de boot 140 graden kenterde omdat een losgeslagen wijnfles een afdruk in het plafond had achtergelaten. Omdat de boot ontworpen was om zichzelf na het omslaan weer op te richten was deze gebeurtenis op zich niet heel ernstig. Maar het baarde Sir Francis vooral zorgen omdat het in een vrij lichte storm gebeurde en het zwaarste deel van de tocht met bijvoorbeeld de passage van Kaap Hoorn en de Zuidelijke IJszee nog moest komen.

Credit Graham Snook

Nachtmerrie

Op de Zuidelijke IJszee werd Chichester geconfronteerd met zijn ergste nachtmerries. Vijf keer stroomde de kajuit vol water van achteropkomende golven. Vervolgens moest de oude man een kwartier lang uit volle macht pompen om de kajuit weer droog te krijgen. Bij 60 knopen wind hield de windmeter er mee op. Zijn zelfstuurinrichting kon de enorme krachten op het roer en de zeilen niet meer aan. Golven zo groot als heen en weer zwiepende wolkenkrabbers zorgden voor een gevoel van eenzaamheid en totale hulpeloosheid bij de Brit. Maar toen de nood het hoogst was, kreeg Chichester hoop door een passerend Brits onderzoeks-vaartuig en een door de wolken vliegend RAF-vliegtuig.

Armada

Na 274 dagen, waarvan 226 op zee, bereikte de Gipsy Moth IV op 28 mei 1967 de haven van Plymouth. De zeeheld werd ingehaald door een Armada van honderden boten en op de oevers schreeuwden een kwart miljoen uitzinnige Britten hun zeeheld een warm welkom toe. Onder hen Lady Chichester, die haar man 119 dagen eerder voor het laatst in Australië had gezien. De inmiddels bejaarde held bleef nuchter onder alle gelukwensen en plichtplegingen. Op de vraag waarom hij aan deze reis was begonnen antwoordde hij dat met zeezeilen het maximale uit je leven haalt. Zijn roem was gevestigd als snelste man die ooit solo rond de wereld was gezeild.

Aankomst van Sir Francis Chichester in Plymouth op 28 mei 1967. Bron: YouTube

Napoleon

De oude sir Francis voelde weinig liefde voor zijn Gipsy Moth IV. Hij vond het een wispelturig schip en eigenlijk veel te groot om solo te zeilen. “Je zou de boot minstens met zijn drieën moeten varen, eentje om te navigeren, een olifant om de helmstok te besturen en een chimpansee met armen van 2,5 meter om onderdeks te werken en de zeilen te bedienen.” De Britse zeeheld kreeg het zwaar te verduren dat hij zijn jacht zo bekritiseerde. Daarop vergeleek hij zijn jacht met het paard van Napoleon, dat haast ontembaar was, maar wel diens leven had gered. De Franse generaal had gezegd: ik kan over Lisette niet spreken van liefde, wel van respect. Voor Chichester en de Gipsy Moth IV gold hetzelfde.

(De tekst gaat door onder deze twee video’s)

Eerbetoon

Het werd al snel duidelijk dat de bejaarde zeeheld voor zijn prestatie zou worden geridderd. Koningin Elisabeth II sloeg Sir Francis Chichester tot ridder met helzelfde zwaard waarmee Koningin Elisabeth I 386 jaar daarvoor een andere Britse Zeeheld, Sir Francis Drake, tot ridder had geslagen.  Na afloop van de plechtigheid werd de koningin rondgeleid op de Gipsy Moth IV. Daarna kreeg Sir Francis een rondrit in een Rolls Royce cabriolet door de drukbevolkte straten van Londen. Een eerbetoon zoals maar voor zeer weinigen is weggelegd. Lang heeft hij niet van zijn roem kunnen genieten. Sir Francis Chichester overleed op 26 augustus 1972 op 71-jarige leeftijd. (De tekst gaat door onder de video.)

Refit

Na de tocht met Chichester kreeg de Gipsy Moth IV een plekje in een droogdok naast de Cutty Sark in Greenwich. Vanwege de schade die de bezoekers door het lopen over het dek aan dit maritieme erfgoed aanbrachten werd de boot na enkele jaren gesloten voor publiek, maar bleef wel in het droogdok van buiten te bewonderen. In 2003 was de toestand van het mahoniehouten jacht ernstig verslechterd. Enkele enthousiastelingen, waaronder de hoofdredacteur van Yachting Monthly, Paul Gelder, zetten een campagne op om de boot te restaureren en er een tweede keer mee de wereld rond te zeilen. In november 2004 werd de Gipsy Moth IV overgebracht naar Camper & Nicholson in Gosporth, waar aan een refit werd begonnen. Ondanks dat de werf tegen kostprijs werkte, kostte het opknappen ruim 300.000 pond, destijds ongeveer een half miljoen euro. Maar het geld kwam er dankzij donaties en giften uit maritieme fondsen.

Tweede keer rond de wereld

Op 25 september 2005 vertrok de Gipsy Moth IV met vier man aan boord voor een tweede zeiltocht rond de wereld. Aan de reis die onder andere door het Panamakanaal leidde kwam er een abrupt einde toen het jacht door een navigatiefout op een koraalrif bij Tahiti liep. Gelukkig kon het door rederij Smit worden geborgen en op een vrachtschip naar Nieuw-Zeeland gezet. Daar kreeg de boot een nieuwe opknapbeurt. Uiteindelijk finishte de Gipsy Moth IV na 45.486 kilometer met diverse tussenstops op 28 mei 2007 in Plymouth. Weer was de belangstelling groot, maar lang niet zo als in 1967.

Credits: Yachting Monthly

Verkocht

Na deze zware tocht lag de boot jarenlang voor 250.000 pond te koop. Uiteindelijk is het verkocht aan de Gipsy Moth Trust. Dit consortium betaalde de onderhoudskosten door tochten met gasten te organiseren. Door de beperkingen rond Corona kwamen er echter geen inkomsten meer binnen en moest dit maritieme erfgoed opnieuw worden verkocht. Sinds dit jaar is de Gipsy Moth IV eigendom van een lid van de Royal Thames Yacht Club. Hij heeft het jacht onlangs opnieuw laten opknappen, maar wil de boot ook op andere plekken dan in Groot-Brittannië tonen. Onlangs maakte de Gipsy Moth IV deel uit van de parade tijdens de Cowes Week ter gelegenheid van het platina regeringsjubileum van Koningin Elisabeth II.

Aan boord

De eerste indruk van de Gipsy Moth is dat het een zeer gedateerd schip is. De boot is rank, kitsgetuigd en duidelijk niet voorzien van enig comfort. De kuip tussen de kajuit en het smalle achterdek is amper anderhalve meter lang, maar wel mooi gevormd rond de bezaanmast. De zeilvoering is ingewikkeld, zoals bij veel boten uit de zestiger jaren. Essentiële onderdelen zoals de verstaging is dubbel uitgevoerd. De Gipsy Moth IV is in goede staat, zit lekker in de verf en misschien wel het belangrijkst: alle systemen werken uitstekend.

Er zijn mooie klassieke koperen travellers met als nieuw uitziende tufnol rollers en nieuwe lijnen.  De lieren zijn modern en selftailing. Al het mahonie houtwerk, zoals van de potdeksels, de luiken en de kuiprand is smetteloos gelakt. Aan de smalle spiegel prijkt de vaan van een van de zelfstuur inrichtingen. Daar vind je onder het bezaanzeil ook het reddingsvlot. Boven op de roerkoning zien we een prachtig gevormd meedraaiend plankje. Op het plankje zie je een kikker en twee schootklemmen. Het is een opvallend onderdeel, dat deel uitmaakt van de zelfstuurinstallatie. De gangboorden zijn breed. Voorop het dek ligt het klapanker vastgesnoerd.

Interieur

Het binnenste van de Gipsy Moth geeft direct een beeld van de ontberingen die de oude Chichester moet hebben doorstaan tijdens zijn 226 dagen op zee. De boot is laag, heeft een stahoogte van ruim 1.85 m, maar oogt door de smalle opbouw krap. Bij binnenkomst vind je aan bakboord de kooi van de schipper, die als een halve hondenkooi deels onder de kajuitbank buiten doorloopt. Achter de hut vind je direct de extreem krappe toiletruimte met klassiek handpomptoilet. Je kunt er niet staan en met de deur dicht is zitten ook bijna niet mogelijk. Meer naar voren is er de navigatietafel en deze bevat een verrassing. Op mijn teleurgestelde blik op alle nieuwe navigatieapparatuur klapte de eigenaar een plateau naar beneden waarin alle oude meters te zien zijn. Werkend. Dan zijn de nieuwe instrumenten buiten beeld.

Kooien

Aan de andere kant is de kombuis, langsscheeps met een half-cardanisch gasstel en een schitterende klassieke dieselkachel met een uitlaatpijp die de halve kajuit doorkruist, beschermd door stevige roosters. Meer naar voren zijn de kooien, vier smalle plekken in het midden van de boot waar de oceaan-bestormende Brit vooral zijn voorraden had weggeborgen. Onder de Voorste mast is het hoofdschot met een fraai gevormde deur erin. Voorin is plek voor het opbergen van de zeilen en zijn nog twee bedden te maken.

Varen

De nieuwe eigenaar merkte al snel dat het ranke jacht met lange kiel in havens nauwelijks te manoeuvreren was. De boot is bedoeld voor minimale koerswijzigingen op groot water en niet op centimeter-werk in krappe havens. Voor dit manoeuvreer-probleem is een mooie oplossing gevonden. In de Gipsy Moth IV is een jet-thruster systeem als boegschroef geïnstalleerd. Een krachtige pomp zuigt buitenwater aan en spuit dat door kleine openingen in de romp naar buiten. Afhankelijk van de stand van de kleppen wordt de straal naar bakboord of stuurboord gericht. Zo kan de boeg beter onder controle worden gehouden met slechts een minimale ingreep aan het exterieur van de boot.

Zeilen

Het zeilen met de Gipsy Moth is een arbeidsintensieve bezigheid. Niet alleen heb je nogal wat zeilen (grootzeil, fok, kluiver, bezaan) te trimmen, het sturen is een zware klus. De oude Chichester had al eerder opgemerkt: de boot is zo rank als een potlood en ligt bij het minste briesje al op een oor. Maar dan merk je wel dat de boot door dendert als er eenmaal wat wind wordt gevangen. Onder een helling van ongeveer 30 graden vaart de boot het mooist en lijkt klaar voor een volgende wereldomzeiling.

Mij krijgen ze op zo’n expeditie niet mee. Ook al weet je dat de Gipsy Moth IV vrijwel alles al heeft doorstaan. Op een rif lopen, brand aan boord, schade aan de zelfstuur-installatie, gescheurde zeilen en andere calamiteiten horen niet tot mijn favoriete bezigheden. De kans dat dit weer gebeurt tijdens een nieuwe tocht rond de wereld is met zo’n klassiek jacht groot. Die wetenschap maakt de bewondering voor de prestaties uit 1966-1967 van de bejaarde Sir Francis Chichester alleen maar groter.

LEAVE A REPLY

Please enter your comment!
Please enter your name here

spot_img
Epco Ongering
Epco Ongeringhttps://boottesten.nl
Epco Ongering testte als watersport journalist meer dan 1000 boten, maar studeerde af als fysiotherapeut en behaalde daarna zijn doctoraal bewegingswetenschappen. In 2001 startte hij met Yacht Vision. Later werd hij hoofdredacteur van diverse watersport-magazines zoals Yacht Vision Magazine, Hiswa Magazine, de Telegraaf Vaarkrant en Botentekoop Magazine. Epco is sinds 2004 jurylid van de Hiswa Boot van het jaar verkiezing. Hij presenteerde op landelijke televisie 14 seizoenen watersport-programma's als Yacht Vision, Nederland Vaart, RTL Vaart en VaarTV. Samen met Laurens Koster is hij de drijvende kracht achter boottesten.nl
spot_img

Popular

spot_img

Andere verhalen op deze site